Oordeel van de rechtbank
De rechtbank vindt de regel dat het aantal deelnemers aan de demonstratie maximaal 200 mag zijn toelaatbaar, maar is van oordeel dat de verplichting om personen weg te sturen als het aantal deelnemers dit maximum overstijgt ten onrechte is opgelegd, aangezien een mededeling aan een persoon dat deze zich op een bepaalde (openbare) plaats moet verwijderen niet een taak is van de organisatie van deze demonstratie, maar van het openbaar gezag.
Ook de verplichting om tijdig namen van de sprekers door te geven, had niet mogen worden opgelegd, aangezien bij een demonstratie de persoon (naam) van een spreker en de (te verwachten) boodschap onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Door vooraf opgave van de namen van de sprekers te eisen, laat de gemeente zich in met de inhoud van de gedachten en gevoelens van de demonstranten. Dit is verboden op grond van artikel 5, derde lid, van de Wet openbare manifestaties.
De verplichting die gaat over het niet hinderen van het verkeer kan ook geen stand houden omdat bij een demonstratie enige verkeershinder moet worden geduld en de overheid ervoor moet zorgen dat het verkeer in goede banen wordt geleid.