MAASTRICHT/LANDGRAAF - Rechtbank Limburg heeft vandaag een onvoorwaardelijke gevangenisstraf en hoge taakstraffen opgelegd aan drie verdachten die zich schuldig hebben gemaakt aan hennepteelt.


De rechtbank wijkt hiermee af van de eis en wat in soortgelijke zaken door rechters vaak als straf wordt opgelegd. Met name voor de initiatiefnemer van de hennepplantage in deze zaak, die zich ook schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van stroom en water, valt het aan de maatschappij niet uit te leggen als de rechtbank zou volstaan met het opleggen van een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Daarom heeft de rechtbank aan deze verdachte een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, namelijk een gevangenisstraf van 4 maanden, waarvan 1 maand voorwaardelijk. De medeverdachte die schuldig is bevonden aan het medeplegen van de hennepteelt is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 160 uur en de medeverdachte die medeplichtig is geweest aan deze hennepteelt is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand en een taakstraf van 100 uur.

Behoefte aan strengere straffen

Drugsproblematiek, meer specifiek de hennepkwekerijenproblematiek, is steeds pregnanter aanwezig in de Nederlandse samenleving. Deze legt niet alleen beslag op de rechterlijke macht die de vele drugszaken moet behandelen, maar ook op het politieapparaat. De politieagenten moeten, bij alweer een aangetroffen hennepkwekerij, hun ander belangrijk werk laten liggen. Dit is bijzonder ongewenst, in aanmerking genomen het gegeven dat Nederland met een hardnekkig tekort aan politieagenten kampt. Hoewel de hennepkwekerijenproblematiek een landelijke kwaal is, heeft de provincie Limburg daar veel meer last van. Uit het door de Politie gepubliceerde Nationaal overzicht drugslocaties 2023 blijkt dat de provincie Limburg sinds 2019 in de top drie prijkt wat betreft het aantal ontdekte hennepkwekerijen. In het jaar 2023 was deze provincie zelfs de bittere eer toegevallen om nummer één van Nederland te mogen zijn. Kortgezegd, de problematiek loopt, zoals het zo heet, de spuigaten uit.

En dan is, zo oordeelt de rechtbank, de vraag gerechtvaardigd of de LOVS oriëntatiepunten - die voor het hele land gelijk zijn - niet aan een kritische beschouwing dienen te worden onderworpen. Immers, staan de in die oriëntatiepunten opgenomen straffen wel in een redelijke verhouding tot de grootte en ernst van de problematiek, als in aanmerking wordt genomen dat in de provincie Limburg in het jaar 2023 ruim twee keer zo veel hennepkwekerijen zijn ontdekt als bijvoorbeeld in de provincie Oost-Brabant? De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend. De landelijk aanbevolen straffen zijn niet afdoende gebleken om de problematiek in de provincie Limburg te doen afnemen. De almaar groeiende problematiek vraagt om hogere straffen dan in de voornoemde oriëntatiepunten zijn genoemd. Het voorgaande geldt met name voor verdachten die initiatiefnemers zijn van het strafbare gebeuren; degenen die de hennepkwekerij hebben opgezet, geëxploiteerd en daaraan grof geld hebben verdiend, zoals één van de verdachten in de onderhavige zaak.

Verdachten van dergelijke feiten moeten ervan worden doordrongen dat hetgeen zij gedaan hebben zeer ernstig is en dat het plegen van dit soort feiten niet gebagatelliseerd mag worden.