Op 4 mei 2019 werd het levenloze lichaam van een 56-jarige vrouw gevonden in de Scheveningse Bosjes in Den Haag. Op 7 mei vonden wandelaars op de Brunssummerheide de lichamen van een 63-jarige vrouw en een 68-jarige man. Zij bleken allen door messteken om het leven te zijn gebracht. De moorden werden met elkaar in verband gebracht en kort daarna werd de verdachte aangehouden na een melding van de Mondriaan Kliniek in Maastricht.
Opdrachten in codetaal
In eerste instantie ontkende de verdachte dat hij verantwoordelijk was voor de dood van de drie personen, maar later legde hij een bekennende verklaring af bij de politie. Verdachte verklaarde tijdens zijn verblijf in het PBC dat hij berichten en opdrachten in codetaal kreeg om mensen te vermoorden. Tijdens de zittingen vulde hij dit verder aan en breidde hij zijn verklaring op dit punt tot in hoger beroep uit.
Rapporten deskundigen
De verdachte werd ter observatie opgenomen in het Pieter Baan Centrum (PBC). Deskundigen van het PBC adviseerden de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren. Het gevaar voor herhaling werd door hen en twee andere deskundigen hoog ingeschat. De rechtbank oordeelde de verdachte verminderd ontoerekeningsvatbaar en legde niet alleen tbs, maar ook een gevangenisstraf op. Het hof gaf opdracht tot nieuwe rapportage door twee externe rapporteurs. Zij concludeerden dat verdachte niet lijdende was aan schizofrenie. Zo verdachte al een psychose zou hebben doorgemaakt, dan was dit het gevolg van het gebruik van drugs en andere middelen. Zij deden geen uitspraken over de toerekenbaarheid. Wel achten zij verdachte ondoorgrondelijk en gevaarlijk.
Driemaal moord
Volgens het Openbaar Ministerie heeft de verdachte de tijd gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn (voorgenomen) daad. De advocaat-generaal (AG), aanklager in hoger beroep van OM, gaf vandaag aan: ‘De verdachte wist voor en tijdens de moorden exact wat hij wilde. Hij was zich bewust van de consequenties, dit blijkt uit zijn eigen verklaringen. Wij achten voorbedachte rade dus wettig en overtuigend bewezen, er is driemaal sprake van moord. Dit zijn zware feiten waarvoor een lange gevangenisstraf dient te worden opgelegd. Hoezeer de feiten een levenslange gevangenisstraf rechtvaardigen, toch kiest het OM voor een tbs maatregel naast een straf. Alleen zo is een behandeling die noodzakelijk is om herhaling te voorkomen, gewaarborgd. Het OM is van mening dat de verdachte een groot gevaar vormt voor de samenleving als geheel en vindt het volstrekt onverantwoord als verdachte onbehandeld in de maatschappij terugkeert.