FIOD rechercheert verder
Op 3 februari 2021 is er een strafrechtelijk onderzoek gestart. Aanleiding hiervoor was een melding van de Belastingdienst van vermoedelijk gepleegde fraude met betrekking tot de aangiften omzetbelasting van een eenmanszaak over het 3e en 4e kwartaal van 2020. Over het 3e kwartaal van 2020 had de betreffende ondernemer namelijk € 65.528,- aan voorbelasting teruggevraagd en over het 4e kwartaal van 2020 € 128.180,-. Wat overeen zou komen met een netto-investering van ruim 1,4 miljoen euro. En dat vond de Belastingdienst toch wat bijzonder omdat het ging om een nog niet eerder bekende eenmanszaak waarvan de ondernemer over een zeer beperkt inkomen en vermogen beschikte. De FIOD heeft deze melding nader bekeken en kwam, mede op basis van nader onderzoek, tot de conclusie dat sprake was van een redelijk vermoeden van schuld dat verdachte opzettelijk onjuiste en/of onvolledige aangiften omzetbelasting heeft gedaan over het 3e en 4e kwartaal van 2020.
Ondermijning Belastingdienst
“Wat verdachte heeft gedaan is kwalijk. Hij heeft ruim 190.000 euro aan omzetbelasting teruggevraagd zonder dat hij daar enig recht op had. Het gedrag van verdachte ondermijnt de belastingheffing en het draagvlak daarvoor. En ondermijnt ook het vertrouwen dat de overheid kan hebben in haar burgers. Terwijl dat in de huidige tijd van de overheid gevraagd wordt. Maar hoe kan dat nu, als er mensen zijn die 190.000 euro ten onrechte terugvragen en dat dan vervolgens ook nog daadwerkelijk gaan uitgeven? Terwijl er geen enkel recht op bestond.”, aldus de officier van justitie.
De rechtbank doet op 12 januari aanstaande uitspraak.