In 2014 beheerde de verdachte de financiële zaken van een bejaarde vrouw. Als vertrouwenspersoon onttrok hij tussen januari 2014 en oktober 2014 een bedrag van 47.995 euro van de bankrekening van de vrouw zonder daartoe gerechtigd te zijn.
Bij diverse overboekingen stond geen reden van overschrijving vermeld. Bij een deel stond aangegeven dat het zou gaan om reparatie- en/of verbouwwerkzaamheden, terwijl niet is gebleken dat verdachte die betalingen heeft gedaan. Nadat de vrouw in augustus 2014 overleed, werd de verdachte aan als executeur testamentair. Voor het bedrag van 2.218 euro dat hij vervolgens onttrok, had hij geen aannemelijke verklaring.
Opzettelijk onjuiste belastingaangifte
De verdachte werkte in het verleden ook bij een advocatenkantoor waar hij een van de vennoten was. Toen hij in 2015 uit het bedrijf vertrok, had hij nog een negatief eigen vermogen openstaan van 53.215 euro. Dat negatieve bedrag werd, zoals overeengekomen, betaald door de andere vennoten van het advocatenkantoor. In de belastingaangifte van dat jaar gaf de verdachte echter aan dat hij dit bedrag zelf als een storting van eigen kapitaal had ingebracht. Daardoor betaalde hij te weinig belasting.
Bij zijn vertrek uit het advocatenkantoor ontving hij een bedrag van 125.000 euro. Dit geldbedrag verzweeg hij voor zijn accountant en is daarom niet opgenomen in de belastingaangifte over 2016. Bij het controleren en ondertekenen van de aangifte herstelde hij deze fout vervolgens niet. Ook daardoor betaalde hij te weinig belasting.
Nonchalante, verhullende wijze
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte als vertrouwenspersoon grove inbreuk maakte op het al jaren bestaande vertrouwen dat het slachtoffer in hem stelde. Uit de nonchalante, verhullende wijze waarop de verdachte met het geld van een ander is omgegaan, concludeert de rechtbank dat elk verantwoordelijkheidsbesef ontbrak.
Verder heeft de verdachte opzettelijk onvolledige dan wel onjuiste belastingaangifte gedaan. Hij was er slechts op uit om geld te verdienen om een persoonlijke schuld af te kunnen lossen. Het ontbrekende normbesef, de belastingmoraal die hij door zijn handelen ten toon spreidt en dat hij zich op zijn website profileert als belastingdeskundige, maken zijn handelen extra verwerpelijk.
Al met al legt de rechtbank een celstraf op van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Met de voorwaardelijke straf hoopt de rechtbank te voorkomen dat de verdachte opnieuw de fout ingaat.